BNB 1997/106
Waterstofgas is in het productieproces van belanghebbende brandstof
HR 05-02-1997, ECLI:NL:HR:1997:AA3244
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 februari 1997
- Magistraten
Stoffer; Urlings; Zuurmond; Pos; Beukenhorst
- Zaaknummer
31 921
- LJN
AA3244
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AA3244, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑02‑1997
- Wetingang
art. 61a, 61m Wet ABMH
Essentie
Waterstofgas is in het productieproces van belanghebbende brandstof
Samenvatting
Belanghebbende exploiteert een inrichting voor de vervaardiging van chemische producten (technische kunststoffen). In het productieproces komt waterstofgas vrij, dat weer wordt benut als brandstof in de fabrieken.
HR: Het aldus aangewende waterstofgas is een brandstof in de zin van de financiële bepalingen van de Wet ABMH. Art. 61m vereist niet dat de daar bedoelde gasvormige stoffen zijn voortgekomen uit de inzet van fossiele brandstoffen. De door belanghebbende gestelde omstandigheid dat voor de in het productieproces gebruikte elektriciteit reeds brandstofheffing is betaald door de elektriciteitscentrales staat aan heffing niet in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.