V-N 2005/31.4
FISCAAL BESTUURSRECHT. FISCAAL BESTUURSPROCESRECHT Boete. Redelijke termijn. Overschrijding redelijke termijn in de beroeps- en cassatiefase leidt tot matiging van 20%
HR 17-06-2005, ECLI:NL:HR:2005:AT7630, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 juni 2005
- Magistraten
Monné; Amersfoort, van; Leemreis
- Zaaknummer
38 960
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AT7630
- JCDI
JCDI:ADS660453:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AT7630, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑06‑2005
- Wetingang
Art. 6 EVRM
Essentie
FISCAAL BESTUURSRECHT. FISCAAL BESTUURSPROCESRECHT Boete. Redelijke termijn. Overschrijding redelijke termijn in de beroeps- en cassatiefase leidt tot matiging van 20%
Samenvatting
Aan X is over 1992 een navorderingsaanslag opgelegd met een verhoging na kwijtschelding van 50%. Bij uitspraak op bezwaar handhaaft de inspecteur zowel de navorderingsaanslag als de verhoging.
Hof Arnhem verklaart het door X tegen die uitspraak gedane beroep ongegrond.
De Hoge Raad is van oordeel dat X terecht klaagt dat het hof ten onrechte niet is ingegaan op de stelling van X dat de berechting van de zaak in eerste aanleg niet binnen een redelijke ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.