BNB 1997/235
Naheffingsaanslag ten onrechte ten name van fiscale eenheid
HR 07-05-1997, ECLI:NL:HR:1997:AA3226, m.nt. M.E. van Hilten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 mei 1997
- Magistraten
Linde, van der; Bellaart; Moor, de; Putt-Lauwers, van der; Meij
- Zaaknummer
32 094
- Noot
M.E. van Hilten
- LJN
AA3226
- JCDI
JCDI:ADS887722:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AA3226, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑05‑1997
- Wetingang
Art. 20, tweede lid, AWR; art. 7, vierde lid, Wet OB 1968
Essentie
Naheffingsaanslag ten onrechte ten name van fiscale eenheid
Samenvatting
De Inspecteur was niet op de hoogte van feiten of omstandigheden op grond waarvan hij heeft moeten begrijpen dat belanghebbende met haar dochtervennootschappen, gelet op het arrest BNB 1987/203, niet langer een fiscale eenheid kon vormen. Belanghebbende diende de aan de fiscale eenheid opgelegde naheffingsaanslag als alleen aan haar gericht te beschouwen en heeft geen in rechte te eerbiedigen belang bij haar klacht over de onjuiste tenaamstelling.
Uitspraak
ARREST
gewezen op het beroep in cassatie van de fiscale eenheid X BV, Y BV c.s., dan wel de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.