FED 2004/13
HR, 19-12-2003, nr. 38 211
HR 19-12-2003, ECLI:NL:HR:2003:AO0645
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 december 2003
- Zaaknummer
38 211
- LJN
AO0645
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Schenk- en erfbelasting (V)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
Loonbelasting (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AO0645, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑12‑2003
- Wetingang
Art. 32, eerste lid, onder 5°, en vijfde en zesde lid, SW 1956; art. 11 Wet LB 1964
Samenvatting
Successierecht. Slotuitkering pensioenrekening valt in casu niet onder vrijstelling nu zij niet strekt ter verzorging van degenen voor wie de regeling waaruit zij voortvloeit, is getroffen.
Uitspraak
Erflater A was met zijn werkgeefster een pensioenregeling in de zin van art. 11 Wet LB 1964 overeengekomen. De uitvoering van deze pensioenregeling was opgedragen aan de Stichting B. Op grond van het pensioenreglement wordt voor iedere deelnemer een zogenoemde pensioenrekening bijgehouden. Op deze rekening worden de stortingen en onttrekkingen alsmede de resultaten van de beleggingen van het vermogen dat op de pensioenrekening wordt verantwoord, bijgehouden. Nadat alle aanspraken op ouderdoms-, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.