V-N 1997/1662, 17
OMZETBELASTING Reisbureauregeling. Plaats van dienst. Vaste inrichting
HvJ EG 20-02-1997, ECLI:EU:C:1997:77, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
20 februari 1997
- Zaaknummer
C-260/95
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AV9750
- JCDI
JCDI:ADS898525:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:1997:77, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 20‑02‑1997
ECLI:EU:C:1997:20, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 16‑01‑1997
- Wetingang
Essentie
OMZETBELASTING Reisbureauregeling. Plaats van dienst. Vaste inrichting
Samenvatting
DFDS, een Deense vennootschap met als doel de scheepvaart, het reizen en het vervoer in het algemeen, heeft een Engelse dochtermij. Tussen de twee vennootschappen is een agentuurovereenkomst gesloten. De dochtermij wordt aangeduid als algemeen verkoop- en havenagent en als het centraal reserveringsbureau voor het VK en Ierland. De Engelse fiscus stelde zich op het standpunt dat DFDS BTW diende te betalen over de voor haar rekening verkochte rondreispakketten, omdat de dochtermij als een vaste inrichting moest worden aangemerkt.
Hof: DFDS valt, als reisorganisator, binnen de werkingssfeer van art. 26 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.