BNB 2001/353
Vergoeding wegens te derven inkomsten als gevolg van de niet-nakoming van een aanvullende arbeidsovereenkomst is ter heffing toegewezen aan het land waar de dienstbetrekking volgens de arbeidsovereenkomst of naar de voorstelling van partijen feitelijk zou worden uitgeoefend
HR 10-08-2001, ECLI:NL:HR:2001:AB3123, m.nt. P. Kavelaars
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 augustus 2001
- Magistraten
Korthals Altes; Brunschot, van; Pos; Beukenhorst; Monné
- Zaaknummer
35 761
- Conclusie
A-G mr. Van den Berge
- Noot
P. Kavelaars
- LJN
AB3123
- JCDI
JCDI:ADS888341:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:AB3123, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑08‑2001
ECLI:NL:HR:2001:AB3123, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑08‑2001
- Wetingang
Art. 15, eerste lid, Belastingverdrag Nederland-Frankrijk 1973
Essentie
Vergoeding wegens te derven inkomsten als gevolg van de niet-nakoming van een aanvullende arbeidsovereenkomst is ter heffing toegewezen aan het land waar de dienstbetrekking volgens de arbeidsovereenkomst of naar de voorstelling van partijen feitelijk zou worden uitgeoefend
Samenvatting
Op grond van een op 11 juni 1974 gesloten arbeidsovereenkomst was belanghebbende tot 1 juli 1981 als beroepsvoetballer in dienst bij een in Nederland gevestigde voetbalvereniging. Bij een op 11 juni 1974 gesloten aanvullende overeenkomst is overeengekomen dat belanghebbende van 1 juli 1981 tot 1 juli 2001 een passende functie in dienstbetrekking bij de vereniging zou vervullen tegen een salaris ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.