BNB 1999/218
Bewijsaanbod. Getuigenbewijs
HR 24-03-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2719
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 maart 1999
- Magistraten
Stoffer; Zuurmond; Pos; Monné; Kop
- Zaaknummer
34 295
- LJN
AA2719
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2719, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑03‑1999
- Wetingang
Art. 17, eerste lid, Wet ARB
Essentie
Bewijsaanbod. Getuigenbewijs
Samenvatting
Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag loonbelasting opgelegd, omdat hij is aangemerkt als exploitant van een illegaal casino. Het Hof heeft een door belanghebbende kennelijk ter zitting aangeboden getuigenbewijs als onvoldoende gespecificeerd afgewezen.
HR: De door het Hof gestelde eis dat belanghebbende bij zijn bewijsaanbod had moeten specificeren welke personen als getuigen zouden moeten worden gehoord, vindt in zijn algemeenheid geen steun in het recht (vergelijk HR BNB 1994/258). Tot cassatie leidt dit niet, omdat 's Hofs oordeel dat het bewijsaanbod onvoldoende is gespecificeerd tevens berust op de omstandigheid dat een opgave van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.