FED 1996/864
Een gerechtshof heeft niet de bevoegdheid om, na vernietiging van de uitspraak van de inspecteur, de zaak naar de inspecteur terug te verwijzen.
HR 17-01-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA1889, m.nt. I.M. Fliers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 januari 1996
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Bellaart; Putt-Lauwers, van der
- Zaaknummer
30 331
- Noot
I.M. Fliers
- LJN
AA1889
- JCDI
JCDI:ADS238706:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA1889, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑01‑1996
- Wetingang
Art. 17 Wet ARB
Essentie
Een gerechtshof heeft niet de bevoegdheid om, na vernietiging van de uitspraak van de inspecteur, de zaak naar de inspecteur terug te verwijzen.
Uitspraak
Het geschil betrof de aanslag inkomstenbelasting 1986.
Op het beroep in cassatie van belanghebbende overweegt de Hoge Raad:
3.1. Aangezien een gerechtshof niet de bevoegdheid heeft om, na vernietiging van de uitspraak van de inspecteur, de zaak naar de inspecteur terug te verwijzen, kan hetgeen in de middelen onder 'meer subsidiair' wordt aangevoerd, reeds daarom niet tot cassatie leiden.
3.2. De middelen kunnen voor het overige evenmin tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.