V-N 2008/36.5
FISCAAL BESTUURSPROCESRECHT Constatering dat redelijke termijn is overschreden, is voldoende bij voorwaardelijke straf
HR 17-06-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BD2578, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws (Redelijke termijn II)
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 juni 2008
- Magistraten
Koster; Balkema; Dorst, van; Hullu, de; Thomassen
- Zaaknummer
S 01946/07
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
BD2578
- Roepnaam
Redelijke termijn II
- JCDI
JCDI:ADS660485:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BD2578, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑06‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BD2578, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑06‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑07‑2007
- Wetingang
Art. 6 EVRM
Essentie
FISCAAL BESTUURSPROCESRECHT Constatering dat redelijke termijn is overschreden, is voldoende bij voorwaardelijke straf
Samenvatting
Aan X is "gijzeling, meermalen gepleegd" ten laste gelegd. De strafkamer van Hof 's-Hertogenbosch veroordeelt X tot twee weken gevangenisstraf, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. In cassatie wordt gesteld dat de redelijke termijn van art. 6 EVRM is overschreden.
De strafkamer van de Hoge Raad beslist dat de redelijke termijn in de cassatiefase is overschreden en volstaat met deze constatering. Volgens de Hoge Raad is deze constatering een voldoende compensatie in een zaak als de onderhavige, waarbij slechts een voorwaardelijke straf is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.