FED 2001/236
Diensten van merchantbankers niet vrijgesteld
HR 10-01-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AA9390, m.nt. H.W.M. van Kesteren
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 januari 2001
- Magistraten
Berge, van den; Jansen, R.J.J.; Zuurmond; Moor, de; Lourens, van Vliet en
- Zaaknummer
34 977
- Noot
H.W.M. van Kesteren
- LJN
AA9390
- JCDI
JCDI:ADS233956:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AA9390, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑01‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AA9390, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑01‑2001
- Wetingang
Art. 11, eerste lid, aanhef en onderdeel i, onder 2° Wet OB 1968
Essentie
Diensten van merchantbankers niet vrijgesteld
Samenvatting
Belanghebbende, een in Nederland gevestigde verzekeringsmaatschappij, heeft een Engelse merchantbanker ingeschakeld om bijstand te verlenen bij een mogelijke fusie tussen belanghebbende en een Belgische vennootschap. De merchantbanker verrichtte hiertoe analyses en onderzoeken. De bank begeleidde tevens de onderhandelingen. Aan de hand van de gemaakte analyses kon een oordeel worden gevormd omtrent de aanvaardbaarheid van de financiële voorwaarden van de door fusiepartners te sluiten fusie-overeenkomst. De Hoge Raad beslist dat het hier slechts voorbereidende handelingen betreft. Deze voorbereidende handelingen zijn niet aan te merken als de bemiddeling bij de aan- en verkoop van aandelen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.