BNB 2007/219
Bevoegdheid tot heffing douaneschuld. Aangever moet gelegenheid worden geboden tot levering van bewijs over de plaats van overtreding
HR 02-03-2007, ECLI:NL:HR:2007:AS4097, m.nt. B.A. van Brummelen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 maart 2007
- Magistraten
Vliet, van; Putt- Lauwers, van der; Lourens; Bavinck; Punt
- Zaaknummer
39.200
- Conclusie
A-G mr. De Wit
- Noot
B.A. van Brummelen
- LJN
AS4097
- JCDI
JCDI:ADS889291:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AS4097, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑03‑2007
- Wetingang
Art. 454 en 455 Uitv.verord. Communautair douanewetboek
Essentie
Bevoegdheid tot heffing douaneschuld. Aangever moet gelegenheid worden geboden tot levering van bewijs over de plaats van overtreding
Samenvatting
De douaneautoriteiten van het kantoor van vertrek hadden aan de aangever moeten meedelen dat de goederen en het vervoersdocument het kantoor van bestemming niet hebben bereikt. Ook hadden zij de aangever moeten verzoeken om binnen een jaar bewijs te leveren over de plaats van overtreding of onregelmatigheid. Ontbreekt zo'n mededeling of verzoek, dan is de inspecteur in het land van vertrek niet bevoegd om te heffen. Dit geldt ook als die douaneautoriteiten aanvankelijk op basis van - naar later ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.