FED 1992/716
De vernietiging van een besluit van een overheidslichaam door de rechter leidt in principe tot aansprakelijkheid van dat overheidslichaam voor de door de benadeelde in redelijkheid gemaakte kosten van juridische bijstand. Voor persoonlijke aansprakelijkheid van een ambtenaar is echter slechts plaats wanneer, gelet op de omstandigheden van het geval, hem persoonlijk een verwijt kan worden gemaakt.
HR 11-10-1991, ECLI:NL:HR:1991:ZC0360, m.nt. R.L.H. IJzerman (De Staat & Van Hilten/M.)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 oktober 1991
- Magistraten
Royer; Haak; Roelvink; Beekman; Heemskerk
- Zaaknummer
14302
- Noot
R.L.H. IJzerman
- LJN
ZC0360
- Roepnaam
De Staat & Van Hilten/M.
- JCDI
JCDI:ADS209803:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1991:ZC0360, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑10‑1991
- Wetingang
art. 1401 BW (oud)
Essentie
De vernietiging van een besluit van een overheidslichaam door de rechter leidt in principe tot aansprakelijkheid van dat overheidslichaam voor de door de benadeelde in redelijkheid gemaakte kosten van juridische bijstand. Voor persoonlijke aansprakelijkheid van een ambtenaar is echter slechts plaats wanneer, gelet op de omstandigheden van het geval, hem persoonlijk een verwijt kan worden gemaakt.
Uitspraak
1. De Staat der Nederlanden (Ministerie van Justitie), waarvan de zetel is gevestigd te 's-Gravenhage,
2. Mr. Paul Armand Pierre van Hilten, te Beek (L.), eisers tot cassatie, adv. mr. J.L. de Wijkerslooth,
tegen
M. te A, Bondsrepubliek Duitsland, verweerder in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.