BNB 1998/269
Levensonderhoud. Co-ouderschap. Samenloopbepalingen kinderbijslag. Oriëntatieperiode voor vervolgstudie. Kosten parkeergarage van werkgever
HR 13-05-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2513, m.nt. W.A. Sinninghe Damsté
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 mei 1998
- Magistraten
Zuurmond; Pos; Beukenhorst
- Zaaknummer
33 230
- Noot
W.A. Sinninghe Damsté
- LJN
AA2513
- JCDI
JCDI:ADS887887:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2513, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑05‑1998
- Wetingang
Art. 35 en art. 46, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, Wet IB 1964
Essentie
Levensonderhoud. Co-ouderschap. Samenloopbepalingen kinderbijslag. Oriëntatieperiode voor vervolgstudie. Kosten parkeergarage van werkgever
Samenvatting
1. Belanghebbende en zijn ex-echtgenote voeren afzonderlijke huishoudingen. Tot het huishouden van belanghebbende behoorde een zoon, voor wie in het eerste kwartaal recht op kinderbijslag bestond. De kinderbijslag is aan de ex-echtgenote uitbetaald. In verband met het door belanghebbende gestelde co-ouderschap is niet duidelijk op welke grond het Hof heeft geoordeeld dat belanghebbende zijn recht op kinderbijslag geldend kon maken.
2. De zoon was de laatste twee kwartalen van het jaar ouder dan 18 jaar. Hij oriënteerde zich op (verdere) studie en werd door belanghebbende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.