HR, 28-01-1998, nr. 32 179

Documentgegevens:

HR 28-01-1998, ECLI:NL:PHR:1998:AA2396

Instantie: Hoge Raad
Datum: 28 januari 1998
Magistraten: Stoffer; Zuurmond; Fleers; Pos; Beukenhorst; Soest, van
Zaaknummer: 32 179
LJN: AA2396
Vakgebied(en): Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Loonbelasting / Algemeen
Loonbelasting (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1998:AA2396, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑01‑1998
ECLI:NL:PHR:1998:AA2396, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑01‑1998
Wetingang: Art. 26b, 28, 29 Wet LB 1964

Uitspraak

In geschil is of van belanghebbende, X, terecht loonbelasting is ingehouden naar het 60%-tarief ex art. 26b, Wet LB 1964 op grond van het feit dat X geen afschrift van een identiteitsbewijs aan zijn werkgever heeft verschaft.

Hof 's-Gravenhage stelt de inspecteur in het ongelijk.

Op het beroep in cassatie van de staatssecretaris overweegt de Hoge Raad:

Het hof heeft geoordeeld dat X niet gehouden was een afschrift van een identiteitsbewijs aan zijn werkgever te verschaffen en dat, nu X wel een identiteitsbewijs aan zijn werkgever ter inzage heeft verstrekt en deze zijn identiteit aan de hand daarvan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.