FED 1997/848
Anjerkweek in bakken. Grond niet als cultuurgrond aan te merken
HR 24-09-1997, ECLI:NL:HR:1997:AA2255, m.nt. J.S. Rijkels
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 september 1997
- Magistraten
Stoffer; Urlings; Fleers; Pos; Beukenhorst
- Zaaknummer
31667
- Noot
J.S. Rijkels
- LJN
AA2255
- JCDI
JCDI:ADS227129:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Milieubelastingen (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AA2255, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑09‑1997
- Wetingang
Art. 220 Gemeentewet
Essentie
Anjerkweek in bakken. Grond niet als cultuurgrond aan te merken
Samenvatting
Glastuinder teelt onder glasopstanden anjers in op de grond staande bakken. De ondergrond heeft in casu niet meer primair de functie om gewassen te voeden en te doen groeien. De ondergrond kan derhalve niet als bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond in de zin van art. 9, eerste lid, Besluit gemeentelijke onroerende-zaakbelastingen (tekst 1994) worden aangemerkt.
Uitspraak
Het geschil betrof de onroerende-zaakbelasting van de Gemeente Lisse voor het jaar 1994.
VASTSTAAT:
2.1 In de aanhef van de uitspraak op het bezwaarschrift is het volgende opgenomen: 'Lisse, 25 mei 1994 verzonden: ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.