BNB 1995/193
HR, 26-04-1995, nr. 30 611
HR 26-04-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA1561, m.nt. J.W. Zwemmer
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 april 1995
- Magistraten
Stoffer; Wildeboer; Zuurmond; Herrman; Fleers
- Zaaknummer
30 611
- Noot
J.W. Zwemmer
- LJN
AA1561
- JCDI
JCDI:ADS887362:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA1561, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑04‑1995
- Wetingang
Art. 42, derde lid, Wet IB 1964
Samenvatting
Autokostenfictie niet van toepassing op de voor het vervoer van de belastingplichtige en diens ploeggenoten ter beschikking gestelde personeelsbus
HR: ingeval een personeelsbus aan de belastingplichtige ter beschikking is gesteld uitsluitend voor het vervoer van hemzelf en zijn ploeggenoten naar en van het werk en in principe niet beschikbaar is voor privé-vervoer, mag de belastingplichtige voor de toepassing van art. 42, derde lid, Wet IB 1964 niet anders worden behandeld dan werknemers die als chauffeur werkzaam zijn ten behoeve van bij hun werkgever werkzame functionarissen die de voor hen bestemde personenauto niet zelf plegen te besturen. Wanneer de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.