HR, 06-03-1996, nr. 30 870

Documentgegevens:

HR 06-03-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA1914

Instantie: Hoge Raad
Datum: 6 maart 1996
Zaaknummer: 30 870
LJN: AA1914
Vakgebied(en): Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1996:AA1914, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑03‑1996
Wetingang: Art. 24, 44 en 57 Wet IB 1964

Uitspraak

Belanghebbende, X, was houdster van 83 certificaten van aandelen in B BV, haar twee broers hielden ieder 83 certificaten, en haar vader hield vier certificaten. B BV was houdster van alle aandelen in drie dochtervennootschappen, waaronder E BV, waarvan het vermogen was belegd in onroerende zaken en liquiditeiten. Wegens conflicten tussen de aandeelhouders besloot X haar certificaten van de hand te doen. Daartoe diende B BV die certificaten ter intrekking van de onderliggende aandelen te kopen. Voorafgaand aan die koop heeft X K BV opgericht. Ter volstorting van de aandelen K BV heeft X haar certificaten B BV in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.