BNB 1999/393
Tijdstip waarop de belastingplichtige de in art. 29, tweede lid, Wet OB 1968 bedoelde belasting verschuldigd wordt. Ondernemer heeft geen vrijheid van keuze
HR 24-08-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2846, m.nt. A.L.C. Simons
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 augustus 1999
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Moor, de; Vliet, van
- Zaaknummer
34 571
- Noot
A.L.C. Simons
- LJN
AA2846
- JCDI
JCDI:ADS888076:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2846, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑08‑1999
- Wetingang
Art. 29, tweede lid, Wet OB 1968
Essentie
Tijdstip waarop de belastingplichtige de in art. 29, tweede lid, Wet OB 1968 bedoelde belasting verschuldigd wordt. Ondernemer heeft geen vrijheid van keuze
Samenvatting
Bij de beantwoording van de vraag wanneer een ondernemer de in art. 29, tweede lid, Wet OB 1968 bedoelde belasting verschuldigd wordt, mag het hof uitgaan van de financiële situatie van de ondernemer, zoals die blijkt uit een naderhand opgestelde balans.
De ondernemer is niet vrij in de keuze van het tijdstip waarop hij die belasting verschuldigd wordt.
Uitspraak
ARREST ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.