FED 1999/248
HR, 24-03-1999, nr. 34 295
HR 24-03-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2719
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 maart 1999
- Zaaknummer
34 295
- LJN
AA2719
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2719, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑03‑1999
- Wetingang
Art. 17 Wet ARB 1989
Uitspraak
Passeren bewijsaanbod. Eisen ten aanzien van specificatie bewijsaanbod.
Belanghebbende, X, is eigenaar van een pand dat bekend stond als illegale speelgelegenheid. In geschil is of ter zake van in het casino uitbetaalde lonen over 1989, waarover geen loonbelasting is ingehouden en afgedragen, terecht een naheffingsaanslag is opgelegd.
Op het beroep in cassatie van X overweegt de Hoge Raad: Het betoog dat de eis dat X bij zijn bewijsaanbod had moeten specificeren welke personen als getuigen zouden moeten worden gehoord in zijn algemeenheid geen steun vindt in het recht, is gegrond (HR BNB 1994/258). Dit kan echter ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.