FED 1995/352
HR, 19-04-1995, nr. 30 469
HR 19-04-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA1521
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 april 1995
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Jansen, C.H.M.; Putt-Lauwers, van der
- Zaaknummer
30 469
- LJN
AA1521
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA1521, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑04‑1995
- Wetingang
Art. 16 AWR
Uitspraak
Belanghebbende, X BV bezit in 1987 een wegrestaurant en verhuurt dit gebouw aan A BV. In december 1987 gaat X BV verplichtingen aan met betrekking tot een voorgenomen uitbreiding van het restaurant, ter zake waarvan zij in 1987 een eerste betaling doet. De door X BV aangegeven WIR-premies zijn bij de primitieve aanslag 1987 toegekend. Naar aanleiding van een in 1990 gehouden boekenonderzoek legt de inspecteur een navorderingsaanslag met betrekking tot de WIR-premies op.
In geschil is of de inspecteur een ambtelijk verzuim heeft begaan.
Het Hof 's-Hertogenbosch stelt X BV in het gelijk.
Op het beroep in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.