FED 2004/344
Tariefdifferentiatie zeehavengelden moet worden getoetst aan EG-recht. Omvang van verschillend gebruik en verschillend profijt moet nader worden gemotiveerd
HR 07-05-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AF7547, m.nt. G. Groenewegen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 mei 2004
- Magistraten
Monné; Amersfoort, van; Leemreis; Maanen, van
- Zaaknummer
37 375
- Noot
G. Groenewegen
- LJN
AF7547
- JCDI
JCDI:ADS234797:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
Belastingen van lagere overheden (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AF7547, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑05‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AF7547, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑05‑2004
- Wetingang
Art. 229 Gemeentewet
Essentie
Tariefdifferentiatie zeehavengelden moet worden getoetst aan EG-recht. Omvang van verschillend gebruik en verschillend profijt moet nader worden gemotiveerd
Samenvatting
Tariefdifferentiatie zeehavengelden moet worden getoetst aan EG-recht of het handelsverkeer ongunstig wordt beïnvloed. De enkele omstandigheid dat verschillende typen schepen verschillend gebruik maken van de haven en verschillend profijt hebben van de daar geboden voorzieningen, zonder enige indicatie van de omvang van die verschillen en de verhouding daarvan tot de verschillen moet nader worden gemotiveerd.
Uitspraak
Het geschil betrof de aangifte zeehavengeld 1997 (gemeente Rotterdam).
De Verordening
3.1 De raad van de gemeente Rotterdam heeft in zijn openbare ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.