WFR 2003/683
Goederen geacht in Nederland, als lidstaat waartoe het kantoor van vertrek behoort, te zijn ingevoerd en aan douanetoezicht te zijn onttrokken. Inspecteur niet bevoegd tot heffing van omzetbelasting en accijns.
HR 11-04-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF0412
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 april 2003
- Zaaknummer
37519
- LJN
AF0412
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
Europees belastingrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AF0412, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑04‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AF0412, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑04‑2003
- Wetingang
Art. 203, 204 CDW; art. 215 lid 2, 3 CDW; art. 18 lid 1 onderdeel c Wet OB 1968; art. 3 lid 2 onderdeel b WA; art. 7 lid 3 Zesde btw-richtlijn
Essentie
Goederen geacht in Nederland, als lidstaat waartoe het kantoor van vertrek behoort, te zijn ingevoerd en aan douanetoezicht te zijn onttrokken. Inspecteur niet bevoegd tot heffing van omzetbelasting en accijns.
Uitspraak
In geschil is of de inspecteur belanghebbende, X BV, terecht heeft uitgenodigd bedragen aan omzetbelasting en accijns te betalen. Hij stelt dat X BV op grond van art. 204 Communautair douanewetboek (hierna: CDW) belastingen bij invoer verschuldigd is geworden, nu het kantoor van bestemming het terugzendingsexemplaar niet heeft afgestempeld en afgetekend.
Op het beroep in cassatie van de staatssecretaris overweegt de Hoge Raad: Ingevolge art. 1, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.