FED 1995/792
Tot de voor de bepaling van de bedrijfswaarde van een deelneming relevante factoren behoren niet slechts de intrinsieke waarde, de te verwachten resultaten van de verworven deelneming en de synergetische effecten van de verwerving, maar ook de nagestreefde bescherming van de marktpositie. Een waarde van de deelneming bepaald op basis van netto-kasstromen is niet gelijk aan de bedrijfswaarde van die deelneming. Dat de aankoop van de deelneming als een miskoop te beschouwen is, is door belanghebbende onvoldoende aannemelijk gemaakt.
HR 06-09-1995, ECLI:NL:PHR:1995:AA1674, m.nt. G.Th.K. Meussen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 september 1995
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Jansen, C.H.M.; Putt-Lauwers, van der; Soest, van
- Zaaknummer
30 077
- Noot
G.Th.K. Meussen
- LJN
AA1674
- JCDI
JCDI:ADS225251:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA1674, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑09‑1995
ECLI:NL:PHR:1995:AA1674, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑09‑1995
- Wetingang
Art. 9 Wet IB 1964, art. 8 en 13 (tekst 1986) Wet Vpb. 1969
Essentie
Tot de voor de bepaling van de bedrijfswaarde van een deelneming relevante factoren behoren niet slechts de intrinsieke waarde, de te verwachten resultaten van de verworven deelneming en de synergetische effecten van de verwerving, maar ook de nagestreefde bescherming van de marktpositie. Een waarde van de deelneming bepaald op basis van netto-kasstromen is niet gelijk aan de bedrijfswaarde van die deelneming. Dat de aankoop van de deelneming als een miskoop te beschouwen is, is door belanghebbende onvoldoende aannemelijk gemaakt.
Uitspraak
Het geschil betrof de navorderingsaanslag vennootschapsbelasting 1986.
Vaststaat:
2.1. Belanghebbende is werkzaam in de branche via een aantal ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.