BNB 1996/390
Naheffing ten laste van niet-bestaande fiscale eenheid in casu niet mogelijk
HR 23-08-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA2012, m.nt. M.E. van Hilten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 augustus 1996
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Moor, de; Brunschot, van
- Zaaknummer
31 277
- Noot
M.E. van Hilten
- LJN
AA2012
- JCDI
JCDI:ADS887607:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA2012, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑08‑1996
- Wetingang
Art. 20, tweede lid, AWR; art. 7, eerste en vierde lid, Wet OB 1968
Essentie
Naheffing ten laste van niet-bestaande fiscale eenheid in casu niet mogelijk
Samenvatting
Belanghebbende en een dochtervennootschap stelden zich voor een deel van het naheffingstijdvak ten onrechte op het standpunt dat zij een fiscale eenheid vormden. Zij deden aangifte ten name van die eenheid; daarin werd de aan de dochtervennootschap gedurende bedoelde periode in rekening gebrachte voorbelasting in aftrek gebracht. De Inspecteur hief de aldus ten onrechte in aftrek gebrachte belasting na ten name van de eenheid.
HR: nu een fiscale eenheid, naar aan de Inspecteur bekend was, niet bestond, dient de naheffingsaanslag met het bedrag van vorenbedoelde voorbelasting ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.