FED 1996/701
Vergoeding invorderingsrente. In een geval als het onderhavige strookt het met de strekking van art. 28, derde lid, Invorderingswet 1990 om ook rentenadeel te vergoeden over terug te geven bedragen die op voorlopige aanslagen zijn betaald.
HR 19-06-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA1803, m.nt. Y. Postema-van der Koogh
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 juni 1996
- Magistraten
Stoffer; Urlings; Zuurmond; Jansen, C.H.M.; Fleers; Moltmaker
- Zaaknummer
30241
- Noot
Y. Postema-van der Koogh
- LJN
AA1803
- JCDI
JCDI:ADS227444:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Algemeen
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:1996:AA1803, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑06‑1996
ECLI:NL:HR:1996:AA1803, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑06‑1996
- Wetingang
Art. 28, derde lid, Invorderingswet 1990
Essentie
Vergoeding invorderingsrente. In een geval als het onderhavige strookt het met de strekking van art. 28, derde lid, Invorderingswet 1990 om ook rentenadeel te vergoeden over terug te geven bedragen die op voorlopige aanslagen zijn betaald.
Uitspraak
Het geschil betrof de vraag of invorderingsrente moet worden vergoed over f 5777, het nog op de definitieve aanslagen te betalen bedrag, danwel over f 72 545, het bedrag waarmee de definitieve aanslag is verminderd.
Hof Amsterdam overwoog omtrent het geschil:
5.1. Vaststaat dat de voorlopige aanslagen, de nadere voorlopige aanslagen en de definitieve aanslagen zijn betaald en dat vervolgens ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.