BNB 2010/215
Verhanging in concernverband tegen schuldigerkenning. Omzetting geldlening in lijfrenteverplichting. Zakelijke motieven?
HR 19-03-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL7953, m.nt. O.C.R. Marres
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 maart 2010
- Magistraten
Bavinck; Leemreis; Overgaauw
- Zaaknummer
09/02250
- Noot
O.C.R. Marres
- LJN
BL7953
- JCDI
JCDI:ADS889662:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL7953, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑03‑2010
- Wetingang
Art. 10a, tweede lid, onderdeel b, Wet Vpb. 1969; fraus legis
Essentie
Verhanging in concernverband tegen schuldigerkenning. Omzetting geldlening in lijfrenteverplichting. Zakelijke motieven?
Samenvatting
Voortzetting zaak HR, BNB 2008/266c*.
A, inwoner van Zwitserland en enig aandeelhouder van B BV heeft in 1998 al zijn aandelen B BV verkocht aan belanghebbende, X Holding BV, waarvan A enig aandeelhouder is. De verplichting tot betaling van de koopsom werd omgezet in een geldlening. In april 1999 is de schuld van belanghebbende aan A omgezet in een lijfrenteverplichting. In de onderhavige verwijzingsprocedure stond de vraag centraal of het motief van die omzetting was gelegen in verijdeling van de toepassing van art. 10a, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.