BNB 2008/266
Verhanging in concernverband tegen schuldigerkenning. Omzetting geldlening in lijfrenteverplichting. Aftrekbaarheid dotaties lijfrentevoorziening
HR 11-07-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BB5195, m.nt. O.C.R. Marres
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 juli 2008
- Magistraten
Amersfoort, van; Lourens; Bavinck; Leemreis; Overgaauw
- Zaaknummer
43376
- Conclusie
A-G mr. Wattel
- Noot
O.C.R. Marres
- LJN
BB5195
- JCDI
JCDI:ADS889434:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BB5195, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑07‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BB5195, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 11‑07‑2008
- Wetingang
Art. 10a Wet Vpb. 1969; fraus legis
Essentie
Verhanging in concernverband tegen schuldigerkenning. Omzetting geldlening in lijfrenteverplichting. Aftrekbaarheid dotaties lijfrentevoorziening
Samenvatting
A, inwoner van Zwitserland en enig aandeelhouder van B BV, heeft in december 1998 al zijn aandelen B BV verkocht aan belanghebbende, X Holding BV, waarvan A sinds de oprichting enig aandeelhouder is. De verplichting tot betaling van de koopsom werd omgezet in een geldlening. In april 1999 is de schuld van X Holding aan A omgezet in een lijfrenteverplichting. X Holding en B BV vormen sinds 1 januari 1999 een fiscale eenheid. In geschil zijn de dotaties aan de lijfrentevoorziening, die betrekking hebben op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.