BNB 1998/328
Ontvankelijkheid. Bezwaar ingediend door gemachtigde
HR 08-07-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2339, m.nt. R.H. Happé
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 juli 1998
- Magistraten
Jansen; Bellaart; Putt-Lauwers, van der
- Zaaknummer
33 345
- Noot
R.H. Happé
- LJN
AA2339
- JCDI
JCDI:ADS887894:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2339, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑07‑1998
- Wetingang
Essentie
Ontvankelijkheid. Bezwaar ingediend door gemachtigde
Samenvatting
Het bezwaarschrift is in 1988 ingediend door N. Het Hof oordeelt dat de Inspecteur ervan mocht uitgaan dat nadien uitsluitend C nog optrad als gemachtigde, en terecht in 1993 het afschrift van de uitspraak op het bezwaar aan C, en vervolgens, toen bleek dat deze niet meer als gemachtigde optrad, aan belanghebbende heeft toegezonden; dat het op de weg van belanghebbende lag, zelf voor tijdige indiening van een beroepschrift te zorgen; dat het te laat ingediende beroepschrift niet-ontvankelijk is.
HR: Bij gebreke van aanwijzingen dat van de zijde van belanghebbende aan de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.