FED 1999/303
Voor aandelenbezit in BV die aanzienlijke vorderingen heeft, die normaal vermogensbeheer te boven gaan, geldt ondernemersvrijstelling
HR 16-12-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2590, m.nt. M.J.G.A.M. Weerepas
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 december 1998
- Magistraten
Jansen; Bellaart; Brunschot, van; Vliet, van; Hammerstein
- Zaaknummer
33 861
- Noot
M.J.G.A.M. Weerepas
- LJN
AA2590
- JCDI
JCDI:ADS229358:1
- Vakgebied(en)
Vermogensbelasting (V)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2590, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑12‑1998
- Wetingang
Art. 7, tweede en derde lid, aanhef en onder c Wet VB 1964; art. 8, zesde lid, letter b Wet VpB 1969 (tekst 1991)
Essentie
Voor aandelenbezit in BV die aanzienlijke vorderingen heeft, die normaal vermogensbeheer te boven gaan, geldt ondernemersvrijstelling
Samenvatting
Aan een zowel in absolute als in relatieve zin aanzienlijke vordering van een BV op de voormalige werkmaatschappij zijn zodanige risico's verbonden welke een particuliere belegger niet zou aanvaarden. Derhalve zijn de werkzaamheden van de vennootschap niet gericht op het verkrijgen van de waardestijging en het rendement die bij normaal vermogensbeheer van haar bezittingen kunnen worden verwacht en is geen sprake van een vennootschap in de zin van artikel 8, zesde lid, onderdeel b Wet VpB 1969 (tekst 1991). Belanghebbende kan dientengevolge ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.