BNB 2004/243
Heffing Rotterdamse havengelden rechtsgeldig? Uitspraak onvoldoende gemotiveerd
HR 07-05-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AF7547, m.nt. W.J.N.M. Snoijink
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 mei 2004
- Magistraten
Pos; Monné; Amersfoort, van; Leemreis; Maanen, van
- Zaaknummer
37 375
- Conclusie
A-G mr. Ilsink
- Noot
W.J.N.M. Snoijink
- LJN
AF7547
- JCDI
JCDI:ADS888799:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AF7547, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑05‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AF7547, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 07‑05‑2004
- Wetingang
Essentie
Heffing Rotterdamse havengelden rechtsgeldig? Uitspraak onvoldoende gemotiveerd
Samenvatting
Belanghebbende heeft zeehavengeld voldaan ter zake van de aankomst in de haven van een zeeschip dat aldaar ruwe olie heeft gelost. De bij de Verordening Zeehavengeld 1990 Rotterdam behorende tarieventabel kent een tarief voor olietankers dat aanzienlijk hoger is dan het algemene tarief voor zeeschepen en het tarief voor containerschepen.
HR: 1. Het betoog van belanghebbende dat door de onderhavige wijze van heffing van zeehavengeld het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig kan worden beïnvloed, zodat ingevolge art. 86 en 90 EG-Verdrag (thans, na wijziging, art. 82 en 86 EG) die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.