FED 1992/912
Van het prijsgeven van een vordering is geen sprake indien een deel van een vordering teniet gaat door het verbindend worden van een uitdelingslijst in een faillissement. De debiteur geniet onder deze omstandigheden winst, die niet is vrijgesteld. Indien de failliet een gevoegde dochter in een fiscale eenheid is, komt de winst ter zake van de (gedeeltelijk) verdwenen vorderingen tot uitdrukking bij de moedermaatschappij.
HR 14-10-1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC5122, m.nt. R. Russo
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 oktober 1992
- Magistraten
Jansen; Linde, Van Der; Bellaart; Korthals Altes; Jansen
- Zaaknummer
28 064
- Noot
R. Russo
- LJN
ZC5122
- JCDI
JCDI:ADS209856:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1992:ZC5122, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑10‑1992
- Wetingang
Essentie
Van het prijsgeven van een vordering is geen sprake indien een deel van een vordering teniet gaat door het verbindend worden van een uitdelingslijst in een faillissement. De debiteur geniet onder deze omstandigheden winst, die niet is vrijgesteld. Indien de failliet een gevoegde dochter in een fiscale eenheid is, komt de winst ter zake van de (gedeeltelijk) verdwenen vorderingen tot uitdrukking bij de moedermaatschappij.
Uitspraak
Vaststaat:
2.1. Het boekjaar van belanghebbende is gelijk aan het kalenderjaar.
Sedert 1 januari 1972 wordt op de voet van het bepaalde in art. 15, eerste lid, Wet Vpb. 1969 de belasting van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.