BNB 1996/387
Waarde in het economische verkeer van verhuurd woonhuis
HR 10-04-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA2015
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 april 1996
- Magistraten
Stoffer; Urlings; Zuurmond; Herrmann; Fleers
- Zaaknummer
31 173
- LJN
AA2015
- Vakgebied(en)
Belastingen van rechtsverkeer / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA2015, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑04‑1996
- Wetingang
Art. 52 Wet BRV
Essentie
Waarde in het economische verkeer van verhuurd woonhuis
Samenvatting
Belanghebbende, die met zijn vader een agrarisch bedrijf uitoefende, zet dat alleen voort. Hij koopt de tot de bedrijfsuitoefening behorende onroerende zaken, waaronder het door hem als huurder bewoonde woonhuis.
HR: bij de bepaling van de waarde in het economische verkeer van het woonhuis moet rekening worden gehouden met de omstandigheid dat belanghebbende als huurder (naar kennelijk tussen partijen vaststaat: de beste) gegadigde was voor de hier te veronderstellen verkoop. De in het middel verdedigde opvatting (dat de huurder niet mag worden gerekend tot de kring van de gegadigden) ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.