FED 2000/682
Desinvesteringsbetaling bij verkoop van bedrijfsmiddel na inbreng in personenvennootschap
HR 11-10-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA7416, m.nt. A.O. Lubbers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 oktober 2000
- Magistraten
Kalmthout, van; Jansen, R.J.J.; Brunschot, van; Vliet, van; Amersfoort, van; Lourens
- Zaaknummer
35196
- Noot
A.O. Lubbers
- LJN
AA7416
- JCDI
JCDI:ADS22782:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA7416, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑10‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA7416, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑03‑2000
- Wetingang
Art. 61b, eerste lid Wet IB 1964 (oud): desinvesteringsbetaling
Essentie
Desinvesteringsbetaling bij verkoop van bedrijfsmiddel na inbreng in personenvennootschap
Samenvatting
Belanghebbende is met ingang van 1 januari 1991 een vennootschap onder firma (hierna: de firma) aangegaan met zijn echtgenote. Hij deelt voor 70% in de winsten en verliezen van de firma. Tot de door belanghebbende ingebrachte bedrijfsmiddelen behoorde een in 1988 gekochte vrachtwagen, waarvoor hij in dat jaar een investeringsbijdrage heeft genoten. Voor de waarde van de inbreng is hij in de boeken van de firma op een kapitaalrekening gecrediteerd. De vrachtwagen is in 1995 door de firma verkocht. Belanghebbende is van mening dat hij wegens de vervreemding van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.