V-N 2002/18.19
VENNOOTSCHAPSBELASTING. INKOMSTENBELASTING Vervangingsreserve. Ontbreken vervangingsvoornemen zodat vervangingsreserve aan winst moet worden toegevoegd
HR 22-03-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE0462, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 maart 2002
- Magistraten
Zuurmond; Brunschot, van; Vliet, van; Lourens; Oven, van
- Zaaknummer
36933
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AE0462
- JCDI
JCDI:ADS184962:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE0462, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑03‑2002
- Wetingang
Art. 8, eerste lid, Wet Vpb 1969; art. 14 Wet IB 1964
Essentie
VENNOOTSCHAPSBELASTING. INKOMSTENBELASTING Vervangingsreserve. Ontbreken vervangingsvoornemen zodat vervangingsreserve aan winst moet worden toegevoegd
Samenvatting
In geschil is of X BV eind 1997 nog het voornemen had tot vervanging van de in 1996 verkochte onroerende zaak. De met die verkoop gerealiseerde boekwinst was toegevoegd aan een vervangingsreserve ex art. 14 Wet IB 1964.
Op het beroep in cassatie van X BV overweegt de Hoge Raad: 's Hofs oordeel dat X BV niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij op 31 december 1997 nog het voornemen had de in 1996 verkochte onroerende zaak te vervangen, zodat het de inspecteur ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.