BNB 1996/84
Heffingsrente bij navordering
HR 01-11-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA3087, m.nt. M.W.C. Feteris
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 november 1995
- Magistraten
Stoffer; Wildeboer; Urlings; Herrmann; Fleers
- Zaaknummer
30720
- Noot
M.W.C. Feteris
- LJN
AA3087
- JCDI
JCDI:ADS887499:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA3087, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑11‑1995
- Wetingang
Art. 30c, tweede lid, AWR, art. 5a Wet ARB
Essentie
Heffingsrente bij navordering
Samenvatting
Proceskostenveroordeling ter zake van beroepsmatig verleende bijstand: niet tot het bedrag van de werkelijk gemaakte kosten, maar tot het bedrag, berekend overeenkomstig het Besluit proceskosten fiscale procedures.
HR: art. 30c, tweede lid, AWR moet aldus worden uitgelegd dat het in rekening brengen van heffingsrente over het bedrag van de navorderingsaanslag beperkt moet blijven tot navorderingsaanslagen die zijn vastgesteld in afwijking van de aangifte en de tijdig gedane aanvullingen. Daarvan is hier geen sprake.
Ter zake van de kosten van beroepsmatig verleende rechtsbijstand heeft het Hof ten onrechte, uitgaande van de werkelijk gemaakte kosten, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.