V-N 2003/63.16
SUCCESSIEWET. EUROPEES RECHT Recht van overgang. Niet in aanmerking nemen van leveringsverplichting juridische eigendom van een in Nederland gelegen onroerende zaak is in strijd met het gemeenschapsrecht
HvJ EG 11-12-2003, ECLI:EU:C:2003:665, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
11 december 2003
- Magistraten
Jann; Edward; Pergola, La
- Zaaknummer
C-364/01
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AV1409
- JCDI
JCDI:ADS903532:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2003:665, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 11‑12‑2003
ECLI:EU:C:2002:763, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 12‑12‑2002
- Wetingang
Art. 5, tweede lid, SW 1956; art. 67 EG-verdrag
Essentie
SUCCESSIEWET. EUROPEES RECHT Recht van overgang. Niet in aanmerking nemen van leveringsverplichting juridische eigendom van een in Nederland gelegen onroerende zaak is in strijd met het gemeenschapsrecht
Samenvatting
Erflater, inwoner van België, heeft onder meer de juridische eigendom nagelaten van in Nederland gelegen onroerende zaken, waarvan de economische eigendom door hem was vervreemd aan een vennootschap waarvan hij de enige aandeelhouder was. De Nederlandse regelgeving leidt ertoe dat voor het bepalen van de heffingsgrondslag voor het recht van overgang geen rekening wordt gehouden met de waarde van de leveringsverplichting.
Het Hof van Justitie van de EG oordeelt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.