BNB 1999/47
Landbouwvrijstelling. Bestemmingswijzigingswinst. Begrip veehouderij
HR 26-08-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2531
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 augustus 1998
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Meij; Vliet, van
- Zaaknummer
32 598
- Conclusie
Plv. P-G mr. Van Soest
- LJN
AA2531
- JCDI
JCDI:ADS887955:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2531, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑08‑1998
- Wetingang
Art. 8, eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, tekst 1991, Wet IB 1964
Essentie
Landbouwvrijstelling. Bestemmingswijzigingswinst. Begrip veehouderij
Samenvatting
Belanghebbende, landbouwer, verkoopt een perceel weiland, met volgens het bestemmingsplan agrarische bestemming, voor f 400 000. De waarde in het economische verkeer bij agrarische bestemming bedroeg f 275 000. De koper D verhuurt het perceel aan de door hem beheerste BV; deze BV houdt zich bezig met het opfokken, africhten, trainen, houden en exploiteren van paarden voor de springsport, en gebruikt het perceel als weidegrond en voor hooiwinning. De Inspecteur belast f 125 000 als zogenoemde bestemmingswijzigingswinst. Het Hof verenigt zich hiermee. Het oordeelt dat blijkens de wetshistorie het begrip veehouderij moet worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.