V-N 2006/15.17
VENNOOTSCHAPSBELASTING. INKOMSTENBELASTING Vervangingsreserve. Economische functie. Vervangingsreserve in casu van toepassing nu sprake is van dezelfde economische functie
HR 10-03-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AU8196, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 maart 2006
- Magistraten
Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Lourens; Bavinck; Punt
- Zaaknummer
41 465
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AU8196
- JCDI
JCDI:ADS905155:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AU8196, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑03‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AU8196, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑03‑2006
- Wetingang
Art. 8, eerste lid, Wet VPB 1969; art. 14 Wet IB 1964
Essentie
VENNOOTSCHAPSBELASTING. INKOMSTENBELASTING Vervangingsreserve. Economische functie. Vervangingsreserve in casu van toepassing nu sprake is van dezelfde economische functie
Samenvatting
Belanghebbende, X BV, verhuurt onroerende zaken. In 1997 verkoopt zij een pand dat is gesplitst in appartementsrechten die werden verhuurd aan particulieren. De boekwinst wordt in een vervangingsreserve ondergebracht. X BV wenst deze aan te wenden voor de realisatie van een aantal bedrijfsunits, die merendeels als casco zullen worden verhuurd. De inspecteur meent echter dat de vervangingsreserve moet vrijvallen.
De Hoge Raad is het niet met Hof Amsterdam eens dat de door X BV gevormde vervangingsreserve terecht aan de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.