FED 1999/444
Op de vestiging van een recht van erfpacht op 163 al dan niet verhuurde woningen door woningstichting is art. 31 Wet OB 1968 van toepassing
HR 28-04-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2747, m.nt. K.M. Braun
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 april 1999
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Moor, de; Vliet, van; Hammerstein; Amersfoort, van
- Zaaknummer
34 016
- Noot
K.M. Braun
- LJN
AA2747
- JCDI
JCDI:ADS229386:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Omzetbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2747, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑04‑1999
- Wetingang
Art. 31 Wet OB 1968
Essentie
Op de vestiging van een recht van erfpacht op 163 al dan niet verhuurde woningen door woningstichting is art. 31 Wet OB 1968 van toepassing
Samenvatting
Belanghebbende, een woningstichting, richtte op 30 december 1994 de Woningstichting A op. Op dezelfde datum vestigde belanghebbende ten behoeve van A voor de duur van tien jaren het recht van erfpacht op 163 gerealiseerde of nog in aanbouw zijnde woningen. Voor alle reeds voor de verhuur in gebruik genomen woningen heeft belanghebbende de ingevolge art. 3, eerste lid, onderdeel h, Wet OB 1968 verschuldigde BTW aangegeven en voldaan.
De Woningstichting A ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.