BNB 2004/140
Slotuitkering van een pensioenregeling valt niet onder vrijstelling voor verkrijgingen op grond van een pensioenregeling
HR 19-12-2003, ECLI:NL:HR:2003:AO0645, m.nt. I.J.F.A. van Vijfeijken
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 december 2003
- Magistraten
Monné; Amersfoort, van; Oven, van
- Zaaknummer
38 211
- Noot
I.J.F.A. van Vijfeijken
- LJN
AO0645
- JCDI
JCDI:ADS888741:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AO0645, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑12‑2003
- Wetingang
Art. 32, eerste lid, onder 5°, Successiewet 1956
Essentie
Slotuitkering van een pensioenregeling valt niet onder vrijstelling voor verkrijgingen op grond van een pensioenregeling
Samenvatting
Een pensioenstichting heeft op grond van haar pensioenregeling het saldo op de pensioenrekening van een werknemer nadat al diens aanspraken op ouderdoms-, weduwen- en wezenpensioen waren geëindigd, uitgekeerd aan de erfgenaam van die werknemer.
HR: Het Hof heeft (onder verwijzing naar HR, BNB 1992/167*) terecht geoordeeld dat de vrijstelling van art. 32, eerste lid, onder 58, Successiewet 1956 niet van toepassing is omdat de slotuitkering geen verzorgingskarakter heeft. De wetswijziging met ingang van 1 januari 1995 maakt dit niet anders: ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.