BNB 1998/286
Inbreng recreatieproject in (zuster)vennootschap
HR 28-01-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2524
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 januari 1998
- Magistraten
Jansen; Bellaart; Brunschot, van
- Zaaknummer
32 872
- LJN
AA2524
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2524, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑01‑1998
- Wetingang
Essentie
Inbreng recreatieproject in (zuster)vennootschap
Samenvatting
Belanghebbende is begonnen met de ontwikkeling van een recreatieproject. Zij koopt daarvoor grond en verwerft subsidierechten. Haar moedervennootschap A richt een BV (C) op met een kapitaal van ƒ 40 000, waarin belanghebbende alle rechten en verplichtingen met betrekking tot dit project inbrengt. Vervolgens verkoopt A aan B de helft van de aandelen C, tegen een prijs van ƒ 625 000 plus - voor de inbreng van de grond tegen kostprijs en het doorschuiven van de subsidierechten - jaarlijks een vergoeding van 25% van het transactieresultaat.
Terzake van de inbreng van het project ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.