FED 1996/1019
Door X BV in aftrek gebrachte, maar aan A BV in rekening gebrachte omzetbelasting kan niet worden nageheven van de fiscale eenheid X BV en A BV over een periode dat deze fiscale eenheid, wegens het ontbreken van ondernemerschap bij A BV, niet heeft bestaan.
HR 23-08-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA2012, m.nt. G.M. van der Meer
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 augustus 1996
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Moor, de; Brunschot, van
- Zaaknummer
31 277
- Noot
G.M. van der Meer
- LJN
AA2012
- JCDI
JCDI:ADS238708:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA2012, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑08‑1996
- Wetingang
Art. 7, vierde lid, Wet OB 1968
Essentie
Door X BV in aftrek gebrachte, maar aan A BV in rekening gebrachte omzetbelasting kan niet worden nageheven van de fiscale eenheid X BV en A BV over een periode dat deze fiscale eenheid, wegens het ontbreken van ondernemerschap bij A BV, niet heeft bestaan.
Uitspraak
Het geschil betrof de naheffingsaanslag omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 1986 tot en met 31 december 1990.
Vaststaat:
3.1. Bij notariële akte van 20 december 1984 is de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid A BV (hierna: A) opgericht. Zij heeft blijkens artikel 2 van haar statuten ten doel:
'de handel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.