FED 1996/553
HR, 08-07-1996, nr. 30 474
HR 08-07-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA1881
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 juli 1996
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Moor, de; Putt-Lauwers, van der
- Zaaknummer
30 474
- LJN
AA1881
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA1881, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑07‑1996
- Wetingang
Art. 8 Wet IB 1964
Uitspraak
Belanghebbende, X, staakte in 1990 zijn landbouwonderneming. De boerenbehuizing, waarvan de bewoning door X is voortgezet, is met erf en ondergrond overgegaan naar X' privé-vermogen. De waarde (vrij opleverbaar) van erf en ondergrond per 1 juli 1990 in het economische verkeer is vastgesteld op f 80 000, maar op f 30 000 bij agrarische bestemming.
In geschil is of de inspecteur 60% van (f 80 000 - f 30 000) op grond van art. 7 jo. art. 8, eerste lid, onderdeel b, Wet IB 1964 als bestemmingswijzigingswinst mocht belasten.
Hof Leeuwarden stelt de inspecteur in het gelijk. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.