FED 1997/854
HR, 19-11-1997, nr. 32 859
HR 19-11-1997, ECLI:NL:HR:1997:AA3299
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 november 1997
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Bellaart; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Meij
- Zaaknummer
32 859
- LJN
AA3299
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AA3299, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑11‑1997
- Wetingang
Art. 16 AWR
Uitspraak
Belanghebbende X, en haar echtgenoot, die een schoonmaakbedrijf uitoefent, waarin X meewerkt, sloten op 1 januari 1991 een overeenkomst als bedoeld in art. 5, zevende lid, Wet IB 1964. Daarbij bedong X een 'meewerkbeloning' van f 11 700. X' echtgenoot deed op of omstreeks 24 maart 1992 aangifte voor de inkomstenbelasting over 1991. Bij zijn winstberekening bracht X vorenvermeld bedrag in aftrek. Op de voet van art. 5, zevende lid, Wet IB 1964 hebben de echtgenoten verzocht art. 5, zesde lid, niet op hen toe te passen. Voorts is een afschrift van de meewerkovereenkomst met de aangifte meegezonden. X, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.