FED 1997/61
Indien als gevolg van een aan de belastingadministratie te verwijten onjuiste adressering het aanslagbiljet door de belastingplichtige niet binnen de voor het vaststellen van een aanslag geldende termijn is ontvangen, geldt als datum van terpostbezorging van het aanslagbiljet de datum van verzending aan het juiste adres. Zulks lijdt slechts uitzondering, indien op grond van bepaalde, in beginsel door de inspecteur te stellen omstandigheden en bij betwisting aannemelijk te maken, feiten en omstandigheden komt vast te staan dat de belastingplichtige niettemin binnen de termijn op de hoogte was van de verzending van het aanslagbiljet en mitsdien bij hem geen twijfel erover kan hebben bestaan dat de aanslag was vastgesteld binnen de termijn.
HR 27-11-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA1751, m.nt. J.J. Vetter
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 november 1996
- Magistraten
Linde, van der; Bellaart; Putt-Lauwers, van der
- Zaaknummer
31 864
- Noot
J.J. Vetter
- LJN
AA1751
- JCDI
JCDI:ADS227072:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA1751, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑11‑1996
- Wetingang
Art. 5 AWR en art. 11, derde lid, AWR
Essentie
Indien als gevolg van een aan de belastingadministratie te verwijten onjuiste adressering het aanslagbiljet door de belastingplichtige niet binnen de voor het vaststellen van een aanslag geldende termijn is ontvangen, geldt als datum van terpostbezorging van het aanslagbiljet de datum van verzending aan het juiste adres. Zulks lijdt slechts uitzondering, indien op grond van bepaalde, in commit; beginsel door de inspecteur te stellen omstandigheden en bij betwisting aannemelijk te maken, feiten en omstandigheden komt vast te staan dat de belastingplichtige niettemin binnen de termijn op de hoogte was van de verzending van het aanslagbiljet en mitsdien bij hem geen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.