FED 2002/559
Geen schending van art. 6 EVRM en art. 14 IVBPR bij niet-ontvankelijkverklaring bezwaar wegens motiveringsverzuim niettegenstaande het feit dat boete in het geding is
HR 08-03-2002, ECLI:NL:HR:2002:AD9880, m.nt. A.C. Alkemade
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 maart 2002
- Zaaknummer
34992
- Noot
A.C. Alkemade
- LJN
AD9880
- JCDI
JCDI:ADS238743:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AD9880, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑03‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AD9880, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑03‑2002
Essentie
Geen schending van art. 6 EVRM en art. 14 IVBPR bij niet-ontvankelijkverklaring bezwaar wegens motiveringsverzuim niettegenstaande het feit dat boete in het geding is
Uitspraak
Het geschil betrof de naheffingsaanslag loonbelasting/premie volksverzekeringen over het tijdvak 1 januari 1990 tot en met 31 december 1994. VASTSTAAT:
2.1 Belanghebbende exploiteert een groothandel en detailhandelszaken (hierna: filialen) in aardappelen, groenten, fruit, levensmiddelen en dergelijke. Zij is gevestigd op het adres a-straat 1 te Z. Directeur en enig aandeelhouder van belanghebbende is A, woonachtig te Q. De administratie van belanghebbende wordt verzorgd door B, die bij haar in loondienst is. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.