V-N 1997/1778, 3
ALGEMENE BEGINSELEN VAN BEHOORLIJK BESTUUR. FISCAAL BESTUURSRECHT. FISCAAL BESTUURSPROCESRECHT Achterwege laten van bijtelling privé-gebruik auto bij belanghebbendes vader wekt geen te honoreren vertrouwen. Bewijs van grove schuld. Bewust onjuist antwoord
HR 23-04-1997, ECLI:NL:HR:1997:AA2109, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 april 1997
- Magistraten
Stoffer; Fleers; Beukenhorst
- Zaaknummer
32 146
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AA2109
- JCDI
JCDI:ADS898706:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AA2109, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑04‑1997
- Wetingang
Essentie
ALGEMENE BEGINSELEN VAN BEHOORLIJK BESTUUR. FISCAAL BESTUURSRECHT. FISCAAL BESTUURSPROCESRECHT Achterwege laten van bijtelling privé-gebruik auto bij belanghebbendes vader wekt geen te honoreren vertrouwen. Bewijs van grove schuld. Bewust onjuist antwoord
Samenvatting
Aan X, sinds 1989 directeur/grootaandeelhouder van A BV, is door zijn werkgever een auto ter beschikking gesteld. Hiervan maakte X geen melding in zijn aangifte IB/PH 1990. In geschil is of de navorderingsaanslag met verhoging in strijd met het vertrouwensbeginsel dan wel het EVRM is opgelegd.
Het hof heeft geoordeeld dat de enkele omstandigheid dat in 1987 en 1988 de bijtelling ,,privé-gebruik auto'' bij X' vader ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.