FED 1995/594
Het spraakgebruik is niet doorslaggevend bij de bepaling of sprake is van een onderneming.
HR 07-12-1994, ECLI:NL:HR:1994:AA3008, m.nt. A. Harlaar
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 december 1994
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Moor, de; Jansen, C.H.M.
- Zaaknummer
30 004
- Noot
A. Harlaar
- LJN
AA3008
- JCDI
JCDI:ADS224821:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:AA3008, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑12‑1994
- Wetingang
Art. 6 Wet IB 1964
Essentie
Het spraakgebruik is niet doorslaggevend bij de bepaling of sprake is van een onderneming.
Uitspraak
Het geschil betrof de aanslag inkomstenbelasting 1988.
Vaststaat:
Er bestaat te Z een samenwerkingsverband op het gebied van de anthroposophische geneeskunst van therapeuten ten behoeve van patiënten, die te zamen met de therapeuten het genootschap A vormen.
Belanghebbende maakt deel uit van dit samenwerkingsverband, dat als een werkgroep van A wordt aangeduid.
De werkgroep bepaalt het beleid ten aanzien van de niet-medische/therapeutische aangelegenheden binnen A.
Belanghebbendes taak in de werkgroep omvat naast het geven van cursussen bijzondere beleids- en uitvoeringstaken, het geven van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.