FED 1995/178
De HR stelt prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de EG over de toepassing van Verordening 1408/71 op een directeur-grootaandeelhouder.
HR 21-12-1994, ECLI:NL:HR:1994:AA2996, m.nt. M.W.C. Feteris
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 december 1994
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Moor, de; Jansen, C.H.M.; Soest, van
- Zaaknummer
29332
- Noot
M.W.C. Feteris
- LJN
AA2996
- JCDI
JCDI:ADS224646:1
- Vakgebied(en)
Premieheffing (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:AA2996, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑12‑1994
- Wetingang
art. 14bis, lid 2, art. 14quater, lid 1 EG-Verordening 1408/71;art. 6, lid 1, letter b, AOW
Essentie
De HR stelt prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de EG over de toepassing van Verordening 1408/71 op een directeur-grootaandeelhouder.
Uitspraak
Het geschil betrof de aanslag premieheffing volksverzekeringen 1984.
Het geschil betreft, na het door partijen ter zitting sluiten van een compromis, nog de volgende vragen:
I. Is belanghebbendes arbeidsverhouding tot de BV, zoals deze verhouding gedurende het onderhavige jaar bestond, aan te merken als een dienstbetrekking in de zin van art. 6, eerste lid, onderdeel b, van de Algemene Ouderdomswet en de met deze bepaling overeenkomende bepalingen in andere volksverzekeringswetten?
Belanghebbende is van oordeel dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.