V-N 1996/525, 4
Fiscaal bestuursrecht. Fiscaal bestuursprocesrecht Naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting. Vermelding van de gronden bij het opleggen van een verhoging. Kwijtschelding van de verhoging bij ,,undue delay''. Proceskostenvergoeding
HR 20-12-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA3148, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 december 1995
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Jansen, C.H.M.; Putt-Lauwers, van der
- Zaaknummer
30 728
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AA3148
- JCDI
JCDI:ADS897564:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA3148, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑12‑1995
- Wetingang
Essentie
Fiscaal bestuursrecht. Fiscaal bestuursprocesrecht Naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting. Vermelding van de gronden bij het opleggen van een verhoging. Kwijtschelding van de verhoging bij ,,undue delay''. Proceskostenvergoeding
Samenvatting
Op het naheffingsaanslagbiljet motorrijtuigenbelasting wordt de oplegging van de verhoging voldoende gemotiveerd.
De verhoging behoeft in geval van ,,undue delay'' niet geheel kwijtgescholden te worden. Het hof kan - gemotiveerd - volstaan met een gedeeltelijke kwijtschelding.
's Hofs oordeel om in afwijking van art. 5 Wet ARB geen veroordeling in de proceskostenvergoeding vast te stellen, is zonder nadere motivering onbegrijpelijk, nu het kwijtscheldingsbesluit van de inspecteur is vernietigd en op grond van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.